-
1 crown
n. koninklijke kroon; decoratief hoofddeksel; hoofdkrans; bovenste gedeelte van hoofd; top, hoogtepunt; personificatie; gedeelte van de tand boven het tandvlees; kunstmatige kroon op tand of kies; vroeger Engels muntstuk--------v. kronencrown1[ kraun] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 (blader/bloem)krans2 〈 vaak Crown〉 (konings)kroon ⇒ 〈 figuurlijk, steeds met the〉 vorstelijke macht/heerschappij; regering; 〈Brits-Engels; juridisch〉 openbare aanklager4 〈 benaming voor〉hoogste punt/bovenste gedeelte ⇒ (hoofd)kruin; boomkroon/kruin; (heuvel)kam/kruin; corona, kroon 〈van tand/kies, ook als prothese〉, jacket(kroon); kroon 〈 van edelsteen〉♦voorbeelden:succeed to the crown • op de troon komen————————crown2〈 werkwoord〉1 kronen2 bekronen ⇒ belonen, eren3 kronen ⇒ de top vormen/bedekken van, sieren4 voltooien ⇒ (met succes) bekronen, de kroon op het werk vormen/zetten♦voorbeelden:1 crowned heads • gekroonde hoofden, regerende vorstencrowning touch • klap op de vuurpijl -
2 facet
n. facet, kant; oppervlak--------v. scherp maken, randen maken, slijpen[ fæsit] -
3 girdle
n. gordel; riem; buikriem--------v. omringen; vastmaken van een gordelgirdle1[ gə:dl] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————girdle2〈 werkwoord〉1 omgorden ⇒ insluiten, omringen♦voorbeelden: -
4 bezel
n. hellend zwaard; inlijsting van edelsteen of klok -
5 stone
adj. stenen, van steen--------adv. steke(blind), steen(koud), brood(nuchter), mors(dood)--------n. steen; edelsteen; pit; stenen--------v. met stenen gooien, stenigen; van stenen of pitten ontdoenstone1[ stoon] 〈zelfstandig naamwoord; meervoud: in betekenis 0.3 ook stone〉♦voorbeelden:3 he weighs 14 stone(s) • hij weegt 14 stone/90 kilorolling stone • zwerver————————stone2〈 werkwoord〉 -
6 camaieu
n. uitgehouwde onyx (soort kwartsgesteente) of andere half edelsteen (draagt vaak beeld van hoofd of gezicht); zwart-wit tekening, tekening waarbij de schilder gebruikt maakt van een kleur en de schaduwen van die kleur -
7 mood ring
ring die een edelsteen bevat die van kleur verandert afhankelijk van de temperatuur van de huid (was populair gedurende de latere 70-er jaren) -
8 emerald
n. dure steen; siersteenemerald1————————emerald2♦voorbeelden:¶ Emerald Isle • het Groene Erin, Ierland -
9 jade
-
10 chalcedonic
adj. van onyx (edelsteen) -
11 diamanté
n. glitter; glitterstof, kleurloze kunstmatige edelsteen gamaakt van stras (gebruikt als namaakjuwelen); klein en glinsterend sierraad dat op kledingstuk is aangebracht
См. также в других словарях:
Hund — 1. A guate Hund ve laft se nit1 u2 an schlecht n is kua Schad. (Unterinnthal.) – Frommann, VI, 36, 63. 1) Verläuft sich nicht. 2) Und. 2. A klenst n Hund na hengt mer di grössten Prügel ou (an). (Franken.) – Frommann, VI, 317. 3. A muar Hüünjen a … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Zoetermeer — Gemeinde Zoetermeer Flagge Wappen Provinz … Deutsch Wikipedia